Op de vlucht of op vakantie; lezen willen we allemaal

De afgelopen maanden hebben wij geprobeerd met verschillende artikelen, films en interviews jullie mee te nemen in de huidige vluchtelingenproblematiek. Vaak staan de onderwerpen dichtbij onszelf waardoor het makkelijker wordt om de situatie te begrijpen, zo ook het lezen van boeken. We doen (of moeten) het allemaal, op vakantie of tijdens onze studie lezen we flink wat af. Kinderen in vluchtelingenkampen hebben deze luxe niet en daarom heeft de organisatie Bookwitty  samen met Save the Children kinderen in Libanon voorzien van allerlei boeken.

Lezen is een essentieel onderdeel in de ontwikkeling van een kind, Bookwitty is een uniek platform dat het delen van kennis centraal stelt met behulp van boeken en gelooft in universele toegang tot boeken voor iedereen. Met die gedachte hebben zijn honderden boeken gedoneerd aan gevluchte Syrische kinderen in de Bekaa Valley, een groot vluchtelingenkamp in Libanon. Samen met Save the Children hebben zij dit project opgezet en meer dan 150.000 kinderen onder de 12 jaar kunnen helpen in dit kamp. Meer informatie is te vinden op de website van Bookwitty.

Wil je de komende weken zelf ook nog wat te lezen hebben aan de Costa Brava of op Koh Phi Phi? Bekijk dan deze boekentips eens:

Rodaan Al Galidi – Hoe ik talent voor het leven kreeg

Semmier Kariem vlucht uit Irak. Zeven jaar van honger, verdwalen en angst later landt hij op elf februari om negen uur – of was het om elf uur op negen februari – op Schiphol. In de chaos van die eerste dagen in Nederland kan hij zich het precieze tijdstip niet meer herinneren. Hij vraagt asiel aan. Wat hij niet weet is dat hiermee het langste wachten van zijn leven begint, in het asielzoekerscentrum, een wachtkamer die hij deelt met vijfhonderd anderen. Intussen bestudeert Semmier het land waar hij misschien ooit deel van uit mag maken, maar ook al verblijft hij er nu, hij blijft een buitenstaander.

‘Nederland had mij drie dingen geleerd: niet meer respect hebben voor Europa dan voorzichtigheid. Een nette leugen is beter dan de rommelige waarheid. En ik kende nu het verschil tussen een omafiets en een vrouwenfiets.

boeken vlucht

Tommy Wieringa – Dit zijn de namen

Pontus Beg is commissaris van politie in Michailopol, een perifere grensstad in de steppe. Als de winter invalt, wordt er een groep uitgeteerde vluchtelingen gesignaleerd in de straten van zijn stad. Niemand weet wie zij zijn, hun spookachtige aanwezigheid veroorzaakt angst en onrust.

Als ze uiteindelijk worden opgepakt, wordt in hun bagage het bewijsstuk van een gruwelijke misdaad gevonden. Stukje bij beetje ontrafelt Pontus Beg de toedracht, en daarmee de geschiedenis van hun helletocht. De barre reis van de migranten raakt gaandeweg het onderzoek verweven met de ontdekking die Pontus Beg doet over zijn eigen afkomst. De ontmoeting met een oude rabbijn, de laatste Jood van Michailopol, leert hem de werkelijkheid kennen over zichzelf. Zijn plaats in de wereld is een andere dan hij altijd heeft gedacht.

Dit zijn de namen is een waar kunststuk: Tommy Wieringa weet de duistere binnenwereld van de mens met humor en wijsheid te verbinden aan de grotere thematiek van immigratie, de vraag naar wie wij zijn, en of verlossing mogelijk is.

Dinaw Mengestu – Al onze namen

Isaac, een vluchteling uit Uganda, strijkt neer in de VS. Hier wordt hij verliefd, hier bouwt hij een nieuw leven op met Helen, zijn maatschappelijk werker. Maar zijn ogenschijnlijk kalme bestaan in de Midwest wordt overschaduwd door het verleden waar hij amper zijn mond over opendoet. Niet alleen om wat hij heeft gedaan, maar ook om wie hij heeft achtergelaten: de vriend die hem zo lief was, de charismatische leider die hem eerst de revolutie liet kennen en toen alles opofferde om hem te redden.

In zeer contrasterende hoofdstukken die afwisselend door Isaac en Helen worden verteld, onderzoekt Mengestu in Al onze namen opnieuw op gevoelige en intelligente wijze de thema’s ballingschap, verlies en eenzaamheid.

 

Elise’s werk bij Vluchtelingenwerk Den Haag

Hoewel ze officieel nog bezig is met een master Management of Cultural Diversity aan de Universiteit Tilburg werkt Elise Schutte al een aantal jaar intensief bij Vluchtelingenwerk Den Haag. Eerst als vrijwilliger bij de afdeling gezinshereniging en later als medewerker. Wij interviewden Elise over haar werkzaamheden en ervaringen.

  “In eerste instantie wilde ik een paar uur per week taalmaatje worden, maar eenmaal bij Vluchtelingenwerk werd ik zo enthousiast dat ik uiteindelijk drie dagen in de week aan de slag ben gegaan bij afdeling gezinshereniging.”

Welkom Hier event

Elise aan het werk tijdens het Welkom Hier Event

Wat doet de afdeling gezinshereniging precies?

“In Nederland hebben mensen met een status drie maanden de tijd om gezinshereniging aan te vragen. Bij Vluchtelingenwerk Den Haag begeleiden we mensen van de aanvraag tot het moment dat het definitief duidelijk is of het gezin wel of niet naar Nederland mag komen. Begeleiding bij dit proces is ontzettend belangrijk, niet alleen omdat de deadline van drie maanden ontzettend streng is, maar ook omdat familiebanden soms lastig aan te tonen zijn en het vaak een probleem oplevert als kinderen van boven de achttien zich bij hun familie in Nederland willen voegen.”

Waar ben je de afgelopen tijd mee bezig geweest bij vluchtelingenwerk?

“Toen de vluchtelingenstroom toenam, was er veel aandacht voor in de media. In die tijd was het bij Vluchtelingenwerk Den Haag ontzettend druk. Wij kregen veel vrijwilligersaanmeldingen binnen van mensen die geraakt waren door wat ze in de media zagen. In Den Haag werden er daarnaast 600 vluchtelingen opgevangen in het voormalige ministerie van Sociale Zaken. Ik ben toen als medewerker heel veel verschillende dingen gaan organiseren; van informatiebijeenkomsten in de buurt tot activiteiten in de opvang zelf.”

Welke leuke activiteiten werden bij de noodopvang ondernomen?   

“Er waren zo ontzettend veel leuke activiteiten bij de noodopvang. Vooral in het begin werden we overspoeld met mails van mensen die graag een initiatief wilde starten. Een voorbeeld van een ontzettend leuk initiatief was ‘buurt mapping’. Tijdens deze activiteit gingen een vrijwilliger en een vluchteling de buurt op allerlei verschillende factoren ‘mappen’. Zo onderzochten ze bijvoorbeeld hoe gastvrij de buurt was. Concreet kwam het erop neer dat ze bij buurtbewoners aanbelden en met hen in gesprek gingen. Vaak werden ze uitgenodigd voor koffie of een lunch.”

39533963-f9e9-4d05-ae07-2bca2b4ffce8

Syrische vluchtelingen tijdens het bevrijdingsfestival

In de media wordt veelal gesproken over de negatieve reacties van mensen op vluchtelingen. Merk je hier iets van tijdens je eigen werk?

“Natuurlijk krijgen wij ook weleens een negatieve reactie van iemand via de mail. Maar ik zie vooral dat mensen het heel leuk vinden om met vluchtelingen in contact te komen. Dit jaar ben ik bijvoorbeeld met Vluchtelingenwerk naar een bevrijdingsfestival gegaan. Syrische vluchtelingen hebben hier zelfgemaakte Syrische hapjes uitgedeeld. Ik zie dan vooral dat mensen heel positief op vluchtelingen reageren. De meeste Nederlanders staan gelukkig wel open voor een goed gesprek.”

IMGP3990_AH

 

Aan de slag met je talenten dankzij Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF!

 

Elke week kloppen tientallen hoogopgeleide vluchtelingen aan bij het UAF, dit is een organisatie die zich inzet voor deze hoogopgeleide vluchtelingen. De organisatie doet dit door de hoogopgeleide vluchtelingen te ondersteunen bij het vinden van een studie en/of een baan die aansluit bij hun capaciteiten.

Het UAF is de oudste vluchtelingorganisatie in Nederland en ontstond in 1948. In dat jaar vond er een studentenopstand plaats in Praag, waarbij een groep van 50 Tsjechische studenten vluchtten naar Nederland. Deze studenten konden dankzij de Nederlandse Universiteiten hun studie vervolgen in Nederland en zo ontstond het Universitair Asiel Fonds (UAF).

Eerste studenten 1948

De eerste studenten in 1948

Een nieuw initiatief dat is ontwikkelt door de organisatie heet Refugees@Campus. Met dit initiatief wil het UAF in drie jaar 500 vluchtelingstudenten koppelen aan een mentor. Deze mentor zal de vluchtelingstudent wegwijs maken op de onderwijsinstelling, bij de sportclub, de studievereniging en natuurlijk de stad waar de vluchtelingstudent gaat studeren. Zo wordt de vluchtelingstudent ondersteunt bij het opbouwen van een toekomst in Nederland. Deze ondersteuning zal een aanvulling zijn op de ondersteuning die normaal wordt geboden door het UAF. De komende maanden zal het UAF de plannen verder uitwerken waarna er zal worden gestart met het werven van de mentoren.Wil je meer info? Kijk dan op de website van UAF!

Bron afbeelding

 

TeamUp

De sociaal-emotionele behoeften van gevluchte kinderen in Nederland worden vaak gemakkelijk over het hoofd gezien. Gevluchte kinderen hebben grote behoefte aan ontspanning, structuur en veiligheid. Zodat ze weer gewoon kind kunnen zijn. War Child, UNICEF Nederland en Save the Children bundelen daarom hun jarenlange expertise en ontwikkelen een programma voor gevluchte kinderen in Nederland. We interviewden Sophie Visser over haar werk bij War Child.

Warchild Aniek

Zou je ons iets vertellen over de organisatie waar je voor werkt?

Ik werk voor War Child. De missie van War Child is om zoveel mogelijk kinderen in conflictgebieden helpen hun oorlogservaringen te verwerken met onder andere bescherming, psychosociale hulp en onderwijs, en ervoor te zorgen dat ze in een veilige omgeving samen kunnen bouwen aan een vreedzame toekomst.

Kinderen horen niet thuis in oorlog. Ze hebben het recht op te groeien in vrede. Zich op een gezonde manier te ontwikkelen, in een veilige omgeving. Te worden wie ze willen zijn. Kinderen die opgroeien tot evenwichtige volwassenen, zijn later beter in staat conflicten te voorkomen of op te lossen. Die generatie vormt de hoeksteen van een toekomst in vrede.

War Child gelooft in de kracht van kinderen en jongeren, hoezeer ze ook zijn beschadigd door oorlog. Kracht om de impact van hun ervaringen te overwinnen. Kracht om hun eigen toekomst en die van hun omgeving positief te beïnvloeden. De programma’s van War Child helpen oorlogskinderen die kracht te ontwikkelen. Zodat ze later, ook bij mogelijk nieuwe conflicten sterker staan.

De programma’s van War Child gaan uit van creatieve methodes en eigen actieve inbreng van de kinderen en hun sociale omgeving. Muziek, toneel, sport, als wapens tegen angst, somberheid en agressie. Onderling vertrouwen opbouwen. Een stem geven en krijgen. Sociale structuren versterken. Samen de omgeving creëren die de rechten van het kind respecteert. Met ouders, scholen, lokale leiders. Maar vooral: met de kinderen zelf.

Welke rol vervul jij daarbinnen?

Ik ben Project Support Officer voor het project TeamUp. Dit is een erg diverse functie, zeker omdat het project in zich op dit moment in de opstartfase bevind. Ik ondersteun vooral de projectleider in de projectontwikkeling, dit bevat vele taken en is erg uitdagend!

Met welk project zijn jullie nu bezig?

Samen met UNICEF Nederland en Save the Children is War Child bezig met een gezamenlijk project. Het project ‘TeamUp’ biedt deze kinderen activiteiten zoals sport, spel en dans. Zo kunnen ze zich ontspannen, hun nare ervaringen een plek geven en weer even kind zijn. Dat is noodzakelijk om zich weer veilig te voelen.Kinderen zijn veerkrachtig. Met de juiste support zijn ze in staat om enigszins de draad weer op te pakken. Maar er zijn kinderen die extra hulp nodig hebben. In onze activiteiten signaleren we deze kinderen en verwijzen we ze door.

Aanvankelijk beginnen we op vijf verschillende locaties in Nederland: Amsterdam, Overberg, Sweikhuizen, Ter Apel en Tilburg. Deze locaties zijn gekozen in overleg met het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). We bekijken in deze opstartfase of de gezamenlijk ontwikkelde aanpak goed past en waar verandering nodig is. De activiteiten op de locaties worden georganiseerd door vrijwilligers, die getraind en begeleid worden door professionele trainers. Elk centrum werkt met tenminste vier vrijwilligers. Zij hebben een achtergrond die aansluit op het werken met gevluchte kinderen. Bovendien zijn ze getraind om problematiek te herkennen en weten ze hoe om te gaan met de stress die kan opspelen bij deze kinderen. De opstartfase duurt 9 maanden. In deze periode wordt het aantal locaties al verder uitgebreid. We verwachten in deze eerste fase zo’n 700-1000 kinderen te bereiken. De ambitie is om zo snel mogelijk in alle opvangcentra in Nederland actief te zijn. Momenteel zijn dat er ongeveer 80. Uiteraard doen we dit in samenwerking en afstemming met organisaties die al activiteiten aanbieden in de opvangcentra.

Met deze activiteiten:

  • Dragen we bij aan stabiliteit en structuur voor kinderen en zorgen we dat kinderen ‘weer kind’ kunnen zijn;
  • Zorgen we dat kinderen (sociale) veerkracht ontwikkelen om te leren omgaan met stressfactoren zoals gebrek aan privacy en pesten.
  • Zorgen we dat kinderen die meer psychosociale ondersteuning nodig hebben geïdentificeerd worden. Vervolgens verwijzen wij hen door naar de juiste instanties voor de benodigde hulp.

Waarom zijn jullie met dit project begonnen?

Veel kinderen zijn gevlucht uit oorlogsgebieden, zoals Syrië. Deze kinderen hebben vaak halsoverkop alles achter moeten laten. Ze hadden een leven net als onze kinderen. Ze gingen naar school, hadden vriendjes, downloaden muziek, speelden voetbal. Ze woonden in normale huizen met een eigen slaapkamer. Maar ook uit armere landen zoals Eritrea vluchten veel kinderen. De oorlog en conflicten veroorzaakte totale chaos en schudde hun levens in de war. Kinderen hebben familie verloren of families sloegen op de vlucht, met alle onrust van dien. De vlucht was vaak heftig, gevaarlijk, beangstigend en onzeker. En dan opeens zijn ze hier in een heel vreemd land. Ze spreken de taal niet, snappen de gebruiken niet en ze zijn alles kwijt. De chaos is compleet. In die chaos proberen wij enige vorm van structuur te bieden met recreatieve sport- en spelachtige activiteiten. Door het bieden van structuur, geef je de kinderen ook een vorm van psychosociale hulp. Dit komt omdat je hun leven weer aan het normaliseren bent. Het zijn activiteiten waar ze naar uit kunnen kijken. Met vaste begeleiders op vaste tijden creëren we een veilige plek voor kinderen, om gewoon weer kind te zijn. Dat is wat deze kinderen nu willen: gewoon weer kind zijn. Net als vroeger en net als hun leeftijdsgenootjes in Nederland.

Save the Children, War Child en UNICEF ondersteunen al decennia kinderen in conflictgebieden. We hebben jarenlang ervaring bij het helpen van kinderen die nare ervaringen hebben opgedaan. Wij proberen hen te helpen met het verwerken van deze ervaringen.

De opvang van asielzoekerskinderen in Nederland is al jarenlang niet op orde. Organisaties als de Werkgroep kind in azc vragen daar al langer aandacht voor. Met de toegenomen toestroom zien we dat het asielsysteem in Nederland verder onder druk is gekomen. De situatie van gevluchte kinderen verslechterd. Deze kinderen hebben op dit moment echt hulp nodig en daarom hebben de drie organisaties de handen ineen geslagen.

Merk je verschil in het gedrag van de gevluchte kinderen door jullie project?

We zijn net gestart met dit project, dus het is nog te vroeg om daar een concrete uitspraak over te doen. Op basis van onze internationale werkwijze is gezamenlijk een gedegen methodiek ontwikkeld om kinderen van 6 tot 18 jaar in Nederlandse opvangcentra op een vast moment in de week mee te laten doen aan recreatieve sport en spelactiviteiten. Het aanbieden van activiteiten op vaste tijdstippen in de week zorgt ervoor dat kinderen houvast hebben en altijd iets om naar uit te kijken. Zo kunnen ze even hun nare ervaringen vergeten. Ze leren om vrienden te maken en andere kinderen en volwassenen te vertrouwen.

Een huis terwijl je wacht op je eigen huis

Het idee van Airbnb is wereldwijd bekend en heel erg populair; als je op vakantie gaat kan je een kamer of zelfs een heuse villa van locals huren die daar normaal gesproken wonen. Een appartement huren via Airbnb is vaak goedkoper dan een hotel, maar dat niet alleen: je komt in een lokale buurt terecht, spreekt met de mensen uit die buurt en zo integreer je zelfs een beetje als je op vakantie bent. Het Nederlandse initiatief Takecarebnb is met dit idee opgezet: het betrekken van particulieren bij huisvesting van vluchtelingen met een verblijfsvergunning. 

Waarom?

Takecarebnb richt zich op vluchtelingen met een verblijfsvergunning die nog in een asielzoekerscentrum zitten maar recht hebben op een woning. Met een verblijfsvergunning is het namelijk de bedoeling dat een vluchteling doorstroomt naar een woning, maar momenteel zitten ruim 13.000 vluchtelingen met een verblijfsvergunning te wachten op onderdak. Verschillende gemeentes kunnen niet voorzien in voldoende huurwoningen waardoor de asielzoekerscentra overvol zitten. Niet alleen de overvolle AZC’s zijn een probleem, ook de onrust met de komst van nieuwe AZC’s is de afgelopen maanden toegenomen. Reinout de Kraker, oprichter van Takecarebnb, legt uit dat die onrust tussen lokale bewoners en vluchtelingen ontstaat omdat deze mensen elkaar nooit tegenkomen. Ze gaan naar een andere supermarkt, wonen in andere wijken, wonen in andere gebouwen en “onbekend maakt onbemind” waardoor onbegrip ontstaat. Als je voor het eerst in een ander land bent zijn best veel dingen ingewikkeld die eigenlijk eenvoudig zijn op te lossen door de uitleg van locals. Door middel van Takecarebnb probeert men de vluchtelingen en de lokale inwoners met elkaar te verbinden. Bij Takecarebnb is  Reinout ervan overtuigd dat zij via tijdelijke huisvesting in samenwerking met verschillende gemeentes kunnen bijdragen aan de integratie van vluchtelingen in de Nederlandse maatschappij. Enerzijds helpen zij zo vluchtelingen met een verblijfsstatus het AZC sneller te verlaten zodat ze eerder kunnen integreren en bijvoorbeeld de Nederlandse taal kunnen gaan leren. Anderzijds probeert Takecarebnb de onrust weg te halen bij de Nederlandse bevolking door gastgezinnen de unieke gelegenheid te te bieden om in contact te komen met hun nieuwe landgenoten, zich in te zetten voor de maatschappij en vluchtelingen wegwijs te maken in Nederland.

Naamloos

Takecarebnb biedt vluchtelingen onderdak

Hoe?

Takecarebnb maakt het dus mogelijk dat een vluchteling met een verblijfsstatus tijdelijk bij een gastgezin in Nederland kan logeren. Gastgezinnen die ruimte over hebben kunnen zich aanmelden en hierna kan een vluchteling aan hun gekoppeld worden zodat hij of zij op een “proef-logeerweekend” kan komen. Als het gastgezin en de gast beide positief zijn, kan de vluchteling een logeerregeling aanvragen bij het Centraal Orgaan opvang Azielzoekers (COA) waarna de vluchteling maximaal drie maanden bij het gastgezin kan verblijven. Vluchtelingen met een verblijfsstatus mogen al werken of een uitkering aanvragen dus dit betekent ook dat je als gastgezin de woonlasten kan delen. Momenteel zijn er al 98 gastgezinnen in Nederland die via Takecarebnb vluchtelingen een warm huis bieden. Wil je zelf meer informatie? Via de site kun je je aanmelden als je een vluchteling met verblijfsvergunning tijdelijk onderdak wilt bieden: Takecarebnb

 

Bron afbeelding

 

Na Istanbul nog doorreizen of die (vaak illegale) optie toch maar afwijzen?

De Documentaire ‘Istanbul tussenstop of eindbestemming voor vluchtelingen?’ van Tegenlicht laat op integrerende wijze zien hoe de plaatselijke opvang in Istanbul geregeld is en hoe verschillende vluchtelingen zich op een andere wijze ontwikkelen. Sommigen starten als werknemers voor een redelijk laag tarief en bouwen na een aantal jaar hun eigen onderneming op. Anderen besluiten hun medevluchtelingen te helpen en spelen in op de vraag die vanuit hen hun ter oren komt: zo start een Syrische vluchtelinge, die al een paar jaar in Istanbul woont, een stichting op voor vluchtelingen die nieuw aankomen in Turkije. Zij richtte scholen op voor de kinderen, waar ze Turk geleerd krijgen en daarnaast deelt ze voedselpakketten uit of helpt ze met de noodzakelijke inrichting van de de nieuwe onderkomens van vluchtelingen in Istanbul. Een ander ziet hoeveel vraag er is naar boeken in eigen taal en start een cultureel centrum, waar muziek gemaakt wordt en mensen kunnen lezen. Een jongen van 13 is aan het werk, om het gezin financieel te helpen, nu vader naar Europa is vertrokken om daar een betere toekomst voor zijn gezin te zoeken.

 

Verschillende vluchtelingen geven dus aan dat ze toch de gevaarlijke oversteek naar Europa willen riskeren, wanneer er niets voor hen is in Istanbul. Soms splitsen families zich op, waarbij een van de ouders alvast naar Europa gaat om daar een verblijfsvergunning te kunnen krijgen. Oversteken met hele gezinnen  is vaak te duur en heel gevaarlijk. In de documentaire is ook te zien hoe één man besluit om toch de oversteek te wagen, terwijl de rest van zijn vrienden besluit in Istanbul te blijven, mede omdat de oversteek zo gevaarlijk is. Sommige vluchtelingen willen daar hun bestaan weer opbouwen, anderen verblijven er alleen tot het weer veilig voor hen is om terug te gaan naar hun thuisland. Mensensmokkelaars spelen in op de behoefte van vluchtelingen om naar Europa te gaan en opereren in kleine of in grote organisaties. De prijzen die ze vragen voor de oversteek kunnen sterk variëren blijkt uit de documentaire!

 

Wil je de hele documentaire bekijken, ga dan naar:

 

Het Nieuwkomers in Houten Project

Jpeg

Syrische kinderen in de klas

Wanneer vluchtelingenkinderen aankomen in Nederland, gaan ze (opnieuw) naar school. ‘Het Nieuwkomers in Houten Project’ helpt deze kinderen waar nodig met hun integratie. We interviewde Prashanti Abrol over haar stage bij dit project.

Kun je iets meer vertellen over de organisatie waar je stage hebt gelopen?

“Tijdens mijn bachelor Pedagogische Wetenschappen heb ik stage gelopen bij de taalklas van het ‘Nieuwkomers in Houten’ project. Dit project werd vorig jaar augustus gestart en is sindsdien snel gegroeid. In de taalklas van het project begeleiden docenten, stagiaires en vrijwilligers de kinderen van vluchtelingen een aantal ochtenden in de week.”

Tegen welke problemen lopen de kinderen van vluchtelingen aan als ze voor het eerst in Nederland naar school gaan?

“Een groot probleem is dat een deel van de kinderen nog helemaal niet schoolvaardig is. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat ze nog nooit naar school zijn geweest, nog niet kunnen lezen of niet gewend zijn aan de manier van lesgeven in Nederland. Daarnaast hebben veel van de kinderen die wij lesgeven trauma’s opgelopen.”

Hoe gaan jullie met deze problemen om?

“We kijken naar elk kind individueel om te beoordelen of ze al klaar zijn voor school.  Als het nodig is bieden we ze de ruimte om te spelen en bouwen we de lesstof langzaam op. Trauma’s behandelen we niet direct., er zijn in principe ook geen therapeuten aanwezig in de klas. We ontkennen de trauma’s van de leerlingen echter niet.  Als ze bijvoorbeeld een heftige tekening maken over hun ervaringen dan bespreken we die. Het belangrijkste is dat wij ervoor zorgen dat een kind zich altijd kan uiten.”

Jpeg

Wat moet er veranderen in het onderwijs voor kinderen van vluchtelingen?

“Kinderen worden nu vlak nadat ze in Nederland aankomen in een ‘normale’ klas gezet met het idee dat ze binnen een jaar in deze klas moeten zijn geïntegreerd. Dat is momenteel echter helemaal niet mogelijk; kinderen krijgen veel te weinig kansen om zich te ontwikkelen. Dit komt vooral omdat er te weinig geld beschikbaar is. Meer geld is nodig om docenten aan te nemen die de moedertaal van de leerlingen spreken. Ook moeten reguliere docenten meer informatie krijgen over hoe ze met deze kinderen en eventuele trauma’s om moeten gaan.”

 Wat heb je geleerd van je werk in de taalklas?

“Ontzettend veel! Een van de belangrijkste dingen die ik heb geleerd is dat ieder kind, ongeacht zijn/haar achtergrond, heel anders kan reageren op een nieuwe situatie. Daarnaast heb ik duidelijk gemerkt dat trauma’s op heel veel verschillende manieren tot uiting kunnen komen. Je moet daarom niet alleen extra aandacht geven aan drukke kinderen, maar ook aan stille hardwerkende kinderen. Tot slot heb ik geleerd dat het erg moeilijk is om in te schatten welk gedrag veroorzaakt wordt door een trauma en welk gedrag gewoon bij het kind hoort.”

Jpeg

 

Van Rubberboot tot Tas

De aandacht rondom de vluchtelingenproblematiek zwakt langzaam af, maar nog steeds zijn er Nederlanders actief op bijvoorbeeld Lesbos. Op dit Griekse eiland kwamen in de afgelopen 12 maanden een half miljoen vluchtelingen aan land om hun tocht binnen Europa voort te zetten. Veel vrijwilligers komen naar dit eiland om de vluchtelingen bij te staan en te helpen waar dit kan, zo ook de Nederlandse Floor Nagler.

Floor ontdekte tijdens haar tijd als vrijwilliger dat veel vluchtelingen hun tassen hebben moeten achterlaten in Turkije, of later overboord hebben moeten gooien tijdens de reis op zee. De eigendommen die de vluchtelingen bij zich hebben zijn daarna moeilijk te vervoeren als hun reis door Europa verder gaat. Daarnaast zag ze dat veel rubberboten en zwemvesten achter worden gelaten op de stranden van het Griekse eiland. Floor belde haar vriendin Didi Aaslund en samen kwamen ze op het idee om een tas te ontwerpen die wordt gemaakt van de achtergebleven rubberboten en zwemvesten.

Twintig kilo bootmateriaal werd door Floor naar Nederland gebracht, waarna ze samen met Didi in een maand een tas hadden ontworpen die in een workshop zou kunnen worden gemaakt. Uiteindelijk kwamen ze samen terug naar Lesbos om deze workshop gratis aan te bieden in een vluchtelingenkamp. De workshop was een groot succes, zowel de vluchtelingen als de vrijwilligers waren erg enthousiast over het concept. Door de workshop hebben de vluchtelingen een leuke en nuttige tijdbesteding die niet veel kost. Het maken van de tas duurt twee uur, het gereedschap dat nodig is heeft een waarde van 30 euro en de materialen die worden gebruikt kosten 3 euro. Mede hierdoor en het feit dat de workshop op diverse plekken kan worden gegeven, zorgt ervoor dat dit project kan voortbestaan.

Copyright - Jan Willem Groen 4 (1).jpg

De tas gemaakt van rubberboten – Bron: Jan Willem Groen

Op dit moment verzamelen Floor en Didi rubberboten en zwemvesten van de stranden van Lesbos. In juli zullen ze vanuit Nederland met een oud opgeknapt militair politie busje naar Griekenland gaan rijden, dit busje is ontworpen als hun mobiele workshop ruimte. Op deze manier kunnen er gemakkelijk in verschillende vluchtelingenkampen workshops worden aangeboden.

Voor meer informatie kijk op hun website: http://www.itworksshops.org of op hun Facebook pagina: http://www.facebook.com/itworksshops

Bron naar foto: http://www.janwillemgroen.nl

Van Jip en Janneke naar complete gesprekken

Een tijdje terug hebben wij Jozefien geïnterviewd over het zijn van taalmaatje. Bij het concept van taalmaatjes wordt iemand die de Nederlandse taal minder beheerst geholpen bij het leren hiervan door een vrijwilliger die de Nederlandse taal vloeiend beheerst. Studenten geven zich steeds vaker op om taalmaatje te worden. Zo ook Hiske, een studente aan de Universiteit Leiden, is al een tijdje taalmaatje en we stelden haar een aantal vragen over haar ervaringen.

Wie ben jij?

Mijn naam is Hiske Doornekamp. Ik ben 21 jaar oud en derdejaars student Bestuurskunde aan de Universiteit Leiden.

Hoe ben je met taalmaatjes in aanraking gekomen en waarom heb je besloten taalmaatje te worden?

Vorig jaar zat ik in de activiteitencommissie van  de Rode Kruis Studentendesk Leiden. Wij organiseerden een EHBO-workshop bij Stichting Uitgeprocedeerde Vluchteling (STUV) Leiden. STUV wees ons erop dat ze altijd op zoek zijn naar (taal)maatjes voor de cliënten. Samen met een ander commissiegenootje, Gilda Flamand, hebben we ons hier toen voor opgegeven.

Hoe lang ben je al taalmaatje?

Ik ben in september (2015) gestart met het taalmaatjesproject.

Wat verwachtte je ervan en is dat uitgekomen?

Ik verwachtte en hoopte dat ik naast het leren van de taal ook een vriendin voor iemand zou kunnen zijn. Ik denk dat deze verwachting is uitgekomen. Omdat de cliënten van STUV (nog) geen verblijfsvergunning hebben mogen zij niet werken of studeren waardoor zij vaak weinig sociale contacten hebben. Ik merk dat mijn taalmaatje en ik beide echt uitkijken naar onze afspraak. We doen taaloefeningen maar gaan ook wel eens in een restaurantje een drankje doen of maken een wandeling bijvoorbeeld.

Weet je wat je taalmaatje(s) verwachtte(n) van jou en hebben ze dat aan je duidelijk gemaakt?

De eerste vrouw waarvan ik het taalmaatje was, had al eerder een taalmaatje gehad en was dan ook al op een vrij hoog niveau. Zij verstond en sprak goed Nederlands en communiceerde dan ook duidelijk naar mij waar ze in de lesboekjes was gebleven en dat ze bijvoorbeeld extra uitleg wilde over bepaalde grammatica onderdelen.  Momenteel heb ik een ander taalmaatje. Zij is in haar geboorteland nooit naar school geweest en had in Nederland ook nooit Nederlandse les gehad. Haar Nederlands was dus ook een stuk minder ontwikkeld. Het waren dan ook meer de mensen van STUV die aan mij uitlegde wat haar niveau was en dat ze het meest zou hebben aan gewoon veel praten zodat ze de taal beter zou  gaan beheersen. Op een gegeven moment gaf ze zelf aan dat ze ook wel heel graag zou willen leren schrijven en lezen.

Hoe was het om met elkaar kennis te maken?

De eerste keren met mijn huidige taalmaatje was het best wel heel lastig om elkaar te begrijpen. Het Nederlands van mijn taalmaatje was erg beperkt en voor mij was het wennen om opeens heel langzaam in ‘Jip en Janneke taal’ te moeten spreken. Ook is het nog even aftasten hoe je met elkaar omgaat omdat we van een andere leeftijd  zijn (21 en 37) en een andere culturele achtergrond hebben.

Merk je veel vooruitgang/verschil? Na hoeveel tijd had je het idee dat je verschil merkte en waar lag dat aan?

Ik merk ontzettend veel vooruitgang bij mijn taalmaatje! Haar spreken en begrip van  Nederlandse taal is veel beter geworden. We kunnen nu gewoon hele gesprekken voeren in het Nederlands terwijl dat aan het begin niet echt mogelijk was. Ze zei vorige week nog dat ze complimenten van haar dokter kreeg dat ze zo goed Nederlands was gaan spreken. Ook heeft ze leren lezen, kan ze alle letters van het alfabet schrijven, een aantal woorden en kleine zinnen zoals ‘Hoe gaat het?’ en ‘Mijn adres is …’

Zou je het aanraden aan andere studenten?

Ik kan het taalmaatjesproject bij STUV (of een andere organisatie) zeker aanraden! Het is ontzettend leuk om te doen en het geeft echt voldoening om iemand vooruit te zien gaan mede dankzij jouw hulp. Het kost maar een paar uurtjes per week en toch kun je echt het verschil maken voor iemand.

 

“Vluchtelingen die hier komen, kunnen op ons rekenen”

Afgelopen weken hebben we het gehad over de mogelijkheden voor- en initiatieven van Leidse studenten om vluchtelingen een helpende hand te bieden. In deze zelfde categorie hebben we Nicolette geïnterviewd, die werkzaam is als maatschappelijk begeleider voor Vluchtelingenwerk. Dit houdt in dat zij vluchtelingen begeleidt die zich hebben gevestigd in haar gemeente. “Soms zijn het hele gezinnen, soms gaat het om mensen die nog op gezinshereniging wachten, en soms jonge mensen die alleen gekomen zijn. Op dit ogenblik begeleid ik een Somalisch en een Syrisch gezin, en twee Syrische mannen waarvan een nog op zijn vrouw wacht en gezinshereniging heeft aangevraagd.”

Wat doet u precies met en voor deze gezinnen?

De coaching van de gezinnen is heel erg breed. In het begin komen er vooral praktische zaken aan bod, zoals een bezichtiging van de woning, mee gaan bij het sluiten van het huurcontract, een huisarts zoeken, medische gegevens bij het AZC opvragen, zorgverzekering afsluiten, huur- en zorgtoeslag aanvragen, ze aanmelden bij de belastingdienst, een tandarts zoeken. Maar ook gas/licht/water aansluitingen regelen, inschrijven bij inburgeringcursus, en ga zo maar door. Soms moet er een medisch traject worden gestart omdat mensen verwondingen en/of verwaarloosde gezondheidsproblemen hebben door de situatie in het land van herkomst. Wanneer al deze praktische zaken zijn geregeld komen de mensen vaak tot rust en dan begint het traject coaching integratie. Hierbij kijk ik hoe ze zich staande houden in Nederland en kijk ik of ik ze kan helpen aansluiting te vinden in onze maatschappij. Bijvoorbeeld door middel van sport of vrijwilligerswerk, maar ook door ze aan te melden bij een taalmaatjes project, en ze wegwijs te maken in de buurt. Daarnaast blijf je in gesprek om na te gaan of er professionele hulp nodig is bij het verwerken van (oorlogs-)trauma’s en ben je luisterend oor voor de verhalen die ze hebben over hun thuisland, hun vluchtverhaal, en over de hindernissen die ze in Nederland soms ervaren.

Is het lastig werk?

In principe is het werk niet lastig om te doen, maar het hangt natuurlijk helemaal af van de vluchteling die je begeleidt. Sommige vluchtelingen zijn hoogopgeleid en spreken vloeiend Engels, dat is natuurlijk erg gemakkelijk voor de communicatie. Maar er zijn ook vluchteling die ongeletterd zijn en geen Engels noch Nederlands spreken. Maar meestal kom ik er wel uit. De vluchtelingen gaan namelijk al heel snel naar de inburgeringscursus en leren daar Nederlands, daarnaast zijn ze enorm gemotiveerd om Nederlands te leren. Het spreken gaat dan vaak redelijk snel. Soms kun je gebruik maken van de tolkentelefoon of de hulp inroepen van vluchtelingen die hier al langer zijn. Wat wel moeilijk blijft zijn de verhalen die je hoort over de dingen die ze meegemaakt hebben in het thuisland; de mishandelingen, de bombardementen, het verlies van familieleden, de vreselijke vluchtroute, het verdriet wat ze hebben. Dat heeft een enorme impact, maar ook de veerkracht van mensen verbaast me iedere keer weer.

Merkt u dat cultuurverschillen de gezinnen belemmeren in het dagelijkse leven? Zo ja, op welke manieren.

Natuurlijk zijn er cultuurverschillen maar hoe groot die zijn hangt ook erg af van het land van herkomst en van de vluchteling zelf. Je kunt dat absoluut niet generaliseren. Ieder mens is anders. Maar zelf ben ik nog niet tegen zaken aangelopen die belemmerend zijn voor de vluchtelingen die ik begeleid. Soms wel grote verbazing, bijvoorbeeld dat een baby al ingeschreven werd bij de tandarts samen met oudere broertjes en zusjes. De ouders kwamen niet meer bij van het lachen. Hij had nog helemaal geen tanden en de eerste afspraak zou dan over 3 jaar zijn, dan kon hij mee komen naar de tandarts.  Dat vooruitplannen is wel heel erg Nederlands en het houden aan afspraken en op tijd zijn is ook iets waar veel mensen aan moeten wennen. Maar dat hebben ze vaak heel erg snel door.

Maken de gezinnen vooroordelen die u had waar, of juist niet?

Ik had geen verwachtingen en ieder gezin is anders. Cultuur en land van herkomst zijn bepalend, maar ook de mate van opleiding die ze gehad hebben. Maar wat ik merk in de praktijk is dat ze zo ontzettend blij zijn dat ze hun leven weer kunnen oppakken, dat de kinderen weer naar school kunnen en dat ze veilig zijn. Dat geldt voor alle vluchtelingen. De ontzettend grote gastvrijheid tref ik wel aan bij alle vluchtelingen die ik begeleid.

Weten de gezinnen u te verassen?

Ja ze verassen me altijd met de mate van flexibiliteit die ze hebben en de wil om snel hun leven weer op de rit te krijgen in Nederland. Vooral de kinderen zijn na een half jaar op school hier al zo Nederlands, ze spreken het vloeiend en hebben heel snel de sociale mores onder de knie! Ze worden vrijer en de angst zie je van ze afvallen. Zo mooi om te zien. Grappen blijven er natuurlijk altijd over de enorme papierwinkel die overal bij komt kijken in Nederland. Dat is iets wat nooit zal wennen voor ze, en waar ik zelfs tegenaan loop wanneer ik samen met de gezinnen zaken wil regelen.

Medewerker vluchtelingenwerk

Nicolette, medewerker Vluchtelingenwerk

Waar wonen de gezinnen die u begeleidt?

De vluchtelingen die ik begeleid wonen in onze gemeente, een rustig dorp dus, maar iedere gemeente krijgt vluchtelingen toegewezen dus het is helemaal afhankelijk waar je een huis toegewezen krijgt als vluchteling.

Wat vinden de gezinnen tot nu toe van Nederland?

Ze zijn blij met de hulp en veiligheid die Nederland biedt en dat ze weer toekomstperspectief hebben. Ook zijn ze natuurlijk enorm blij dat de kinderen weer een toekomst hebben en niet meer in angst hoeven te leven. Wat ik al eerder zei, de bureaucratie vormt soms een obstakel, maar daarmee helpt Vluchtelingenwerk in het begin.

Ziet u de toekomst van deze, maar ook alle vele andere gezinnen die naar Nederland zijn gevlucht positief in?

Voor de meeste gezinnen zie ik het heel erg positief in. In no time hebben ze hier een leven opgebouwd. Valkuil is om in het eigen wereldje te blijven en niet genoeg Nederlands te leren. Het maken van nieuwe vrienden, vooral ook Nederlandse, helpt enorm. Hierom is het enorm fijn wanneer er buren en buurtgenoten zich inzetten om het gezin of de vluchtelinge wegwijs te maken in de nieuwe woonplaats.

Heeft u zelf nog opmerkingen?

Ik zou iedereen willen aanraden om vluchtelingen in de buurt een keer aan te spreken en te vragen hoe het met ze gaat. Vraag ze een keer op de koffie en ga in gesprek. Je leert ontzettend veel en beseft hoe bevoorrecht we hier in Nederland zijn. Tegelijkertijd help je vluchtelingen zich hier thuis te voelen, en kun je je steentje bij dragen door het Nederlands te oefenen en op vele andere manieren. Of neem contact op met Vluchtelingenwerk Leiden om te vragen hoe je kunt helpen!